Beestjes

23 september 2016 - Guilin Shi, China

Je hoorde het wijlen Jan Wolkers met haast fluisterende stem zeggen als hij leven tegenkwam in zijn wonderlijke achtertuin. “Bheestjhes”. Insecten, slakken, mieren: alle wezens werden met dezelfde bewondering gadegeslagen in zijn Villa Achterwerk-programma “Achtertuin van Jan Wolkers”. Hier bij de Giggling Tree zien wij ook veel beestjes, ook in onze tuin. Maar in China zijn geen Jan Wolkersen. De bewondering voor levende wezens is hier in China soms ver te zoeken.

Mede daarom was het wel fijn even China uit te gaan. We zijn voor een weekje naar Maleisië gegaan en belandden op het sprookjesachtige Tiomaneiland. Daar zaten we letterlijk tussen de beestjes. Apen liepen achter ons strandhutje langs, vleermuizen hingen in de bomen boven ons, tijdens een wandeling staken enorme varanen de weg over en tijdens het snorkelen in de zee zagen we schitterende koraalvissen, roggen en zelfs een rifhaai. Na een week lang strandhangen vertrokken we verder richting Hong Kong, waar we Paps en Mams 2 (Sara’s ouders) zouden ontmoeten. Wéér Hong Kong, helaas wéér regen. Dus hebben we Hong Kong vooral van binnen gezien en veel lekkere eettentjes uitgeprobeerd.

Daarmee komen we terug bij het onderwerp van dit blog: beestjes. Want beestjes zijn dé grootste bron van voedsel. Zoals we in een eerder blog al schreven, van beesten wordt alles opgegeten. Hele kippen, eenden, kikkers en slakken moeten eraan geloven. Op de lokale markten krioelen slangen, padden, konijnen en honden rond op de afdeling vleeswaren en ook allerlei ingewanden van groter vee liggen op diverse kraampjes uitgestald.

Laatst hebben we met het personeel een “hotpot” gegeten, de Chinese variant op de bij ons welbekende fondue. De hotpot bestaat uit een grote pan op een soort warmhoudplaat, gevuld met een pittige en/of minder pittige bouillon. Er staan verschillende bordjes met vlees en groenten op tafel, die één voor één de pan ingaan. De hotpot begon nog goed, met stukje rundvlees, aubergine en garnaaltjes. Maar na een minuut of 10 kwamen de volgende bordjes binnen, gevuld met Chinese delicatessen als koeienmaag, varkensoor en, je verzint het niet, het gehemelte van een varkensbek. Wij waren dus na 10 minuten uitgegeten. Bǎole!

Buiten de pan vinden we ook beestjes in en om de Giggling Tree. Soms glipt er eentje zelfs de kamers in. Dan wordt Martijn door de receptioniste gehaald om een spin, duizendpoot of kikker uit een kamer te halen. Als een ware Freek Vonk werpt Martijn zich, gewapend met enkel een schepnet, op het beestje, om het vervolgens verderop in een weiland weer uit te zetten. Iets wat door het Chinese personeel niet begrepen wordt. Die maken die beestjes het liefst gelijk af. Maar zij hebben dan ook nooit “Achtertuin van Jan Wolkers” gezien.

Soms komen de werelden van de beestjes in de kamer en de pan samen. En dat op een moment dat je dit het minste verwacht. Nadat de schoonmaaksters hadden geconstateerd dat in één van de badkamers wat houtresten naar beneden kwamen en er wat geknaag van boven het plafond kwam, werd Martijn ingeschakeld om polshoogte te nemen. Het was direct duidelijk dat er in het plafond iets zat wat daar weg moest. Om het plafond eruit te halen werd de huang sifu (= timmerman) erbij gehaald. Op het moment dat hij de eerste plint verwijderde, kwamen er uit het plafond gelijk twee enorme wespen gevlogen. Één van de wespen vloog direct en genadeloos op de onfortuinlijke huang sifu af en stak hem in de borst. De oude timmerman vocht daarna nog dapper samen met Martijn en de bus ongedierteverdelger tegen de wespen die nog uit het plafond kwamen, maar na de dood van zo’n 50 wespen moest hij toch echt de strijd staken.

Onze chefkok Lee, niet vies van een dergelijk klusje, kwam de sifu aflossen. Met zijn aansteker en de spuitbus met verdelger improviseerde hij een vlammenwerper waarmee hij de wespenkolonie te lijf ging. Na een strijd op leven en dood van zo’n twee uur kwamen Lee en Martijn als winnaars uit de strijd en was het tijd om het plafond helemaal open te breken. Vervolgens werden de laatste wespen uitgeschakeld, waarna we goed zicht kregen op een enorm wespennest. Martijn stelt aan Lee voor dat ze het gelijk weghalen, waarop Lee antwoord: “Yeah, nice. Is good food!”. Martijn lacht eerst, en denkt dat Lee een grapje maakt. Maar dan demonstreert Lee dat hij bloedserieus is en pakt één van de wespenlarven uit het nest en stopt deze levend in zijn mond. Hij biedt Martijn er ook één aan, maar die wijst hij beleefd af.

Als de larven even later gewokt zijn, kan Martijn de verleiding toch niet weerstaan en probeert er één. Er is weinig aan: knapperig van buiten, maar droog en smakeloos van binnen. Het personeel echter smult ervan, het schijnt een ware delicatesse in China te zijn. In de pan worden beestjes wel bewonderd door Chinezen. Waarschijnlijk zou de Achtertuin van Jan Wolkers hier een kookprogramma geweest zijn: de Achtertuin van Wokkers.

Foto’s

3 Reacties

  1. Sissi Pham:
    23 september 2016
    Wat een verhaal, en weer heel goed geschreven.
    Fijn dat jullie even een er tussenuit konden gaan.

    veel succes nog daar!

    liefs, Sissi
  2. Daphne:
    28 september 2016
    Jeetje, Sara en Martijn, wat is dit heerlijk!
    En nu bedoel ik het lézen en me zo even in een andere wereld begeven. ( mijn wereld is nu al n tijdje bed, bank, tuintje ;-)) Tegelijk is het een soort déjà vu naar onze tijd in Singapore: wonen op 'vakantie'. Absoluut een meerwaarde op 'gewoon' op vakantie zijn, al is het meer dan 3 weken.
    Lekker vlot, humoristisch ook, geschreven, chapeau! Mooie plaatjes van foto's en dat jullie het geweldig naar je zin hebt springt van de foto's af.
    Geniet, zonder reserves!
  3. Joost en Marjan van den Buijs:
    4 oktober 2016
    Eten ze in China ook schoonouders, Martijn?