Dude, where’s my bike?

6 juli 2016 - Guilin Shi, China

Afgelopen maand hadden we een weekend vrij en verbleven we een weekend in het appartement van Karst en Paulien in Guilin. Inbegrepen bij het appartement waren de fietsen van Karst en Paulien. Daar maakten we graag gebruik van. Want buiten dat het de kosten van vele taxi’s bespaard, is het een buitengewoon leuke manier om een stad te verkennen. Slalommend tussen zwalkende scooters en voorrangnemende vierwielers baanden we ons een weg naar de supermarkt, om inkopen voor het weekend te doen.

Aangekomen bij de supermarkt zagen we geen echte fietsenstalling. Wel zagen we een rij scooters op de stoep geparkeerd staan. Tussen de scooters was nog net genoeg ruimte om twee rijwielen te proppen en dus lieten we daar onze fietsen achter, beveiligd met twee hangsloten.

Na een korte ontdekkingsreis door de lokale supermarkt, met alle dieronterende taferelen die daarbij horen, keerden we terug naar de plek waar we voor de boodschappen onze fietsen achter hadden gelaten. De rij met scooters en onze fietsen was echter verdwenen en vervangen door een rij stoepkrijttekeningen. Even keken we nog verbaasd rond: “Dit was toch de plek waar onze fietsen stonden?”. Ja, dit was onmiskenbaar de plek. Bij het rondkijken vielen onze ogen op een rij scooters, zo’n 20 meter verderop, in de ijdele hoop onze fietsen daar te ontdekken. Onze fietsen zagen we niet, maar wat we wel zagen: parkeervakken. Een blauw bord met Chinese karakters had ons moeten waarschuwen dat we onze fietsen netjes in parkeervakken moesten zetten. Dat was ons door de enorme rij scooters die ervoor stond (en ons gebrek aan kennis van Chinese karakters) niet opgevallen…

Al snel wekten onze speurende gezichten de interesse van enkele voorbijgangers. Met handen en voeten probeerden we duidelijk te maken dat we onze fietsen zochten. Maar in plaats van de vurig gewenste hulp, ontstond er een soort straattheater waarin wij ongewild de hoofdrol speelden. Na het wijzen op de stoepkrijttekening begrepen onze omstanders wat we bedoelden. Heftig begonnen ze links en rechts te gebaren. We begrepen dat onze fietsen door de politie weg waren gehaald, maar waarheen? Onze poging dat te achterhalen strandde in de taalbarrière.

Van de lieve telefoonverkoopmevrouw tot de norsige winkelbewaker, geen van allen konden ze een woord Engels en met ons steekwoorden-Chinees kwamen we ook niet veel verder. Een patrouille agenten kwam voorbij, maar die hadden het veel te druk met de etalages te bekijken. Een norse blik is alles wat we van deze wetsdienaren kregen. Waakzaam en dienstbaar schijnt niet de slogan van de Chinese politie te zijn.

Tijd om een hulplijn in te schakelen. Een tolk op afstand. Een TOA. In ons geval was dat Bin, full-time receptioniste van de Giggling Tree en part-time Chinese heldin. Bin wist te achterhalen waar onze fietsen waren en vertelde ons dat we een taxi aan moesten houden. Zij zou de chauffeur over de telefoon we vertellen waar hij naartoe moest. Klein probleem: intussen was het spitsuur in Guilin begonnen en stond de weg voor de supermarkt muurvast. Een taxi aanhouden was geen makkelijke opdracht. Na een paar minuten lopen richten de volgende kruising, vonden we eindelijk een taxi, belden we Bin en gaven de chauffeur de telefoon.

De chauffeur leek het allemaal niet te begrijpen, maar enkele minuten later stonden we toch in een kleine rokersabri die het politiestation voor moest stellen. Een woedende Chinees kafferde aan de balie een vrouwelijke bureauagent uit. Zijn peuk bleef wonderbaarlijk in zijn mondhoek hangen, terwijl een golf aan speeksel over de agente uitgestort werd. Na een kleine invasie van de rokersabri door blauwgehemde hulptroepen werd de man naar buiten begeleid en konden wij via Bin ons verhaal kwijt. De dienstdoende agente schreef iets op twee kaartjes, tikte wat op haar toetsenbord en gaf ons de telefoon en de twee kaartjes terug. Voor 18.00 uur moesten we onze fietsen bij het depot aan de rand van de stad ophalen, anders waren we ze het hele weekend kwijt. De klok in de abri wees 17.15 uur aan, en het verkeer in Guilin stond vanwege de spits muurvast.

Een schier onmogelijke opdracht dus. Maar toen verscheen daar, al zwaaiend naar ons en wijzend naar zijn motor, onze Held op Moterfiets (HOM). Na een kort moment van twijfel (is dit wel veilig?) sprongen we met zijn tweeën bij de HOM achterop. De HOM had ‘veilig’ een bouwhelm op z’n knar, maar bij ons ontbrak iedere vorm van beschermende kleding. Goed vasthouden dus, maar dat is verdomd lastig met weekendboodschappen in je armen. De motorfiets ontweek bij het wegrijden handig een aanstormende jeep van links en al snel slalomden we al toeterend op hoge snelheid door het drukke verkeer van Guilin. Scooters, auto’s, bussen en onze levens flitsen aan ons voorbij.

We sloegen een zanderig paadje in. Bochtje rechts, bochtje links, bochtje rechts. Net op het moment dat we ons begonnen af te vragen of de HOM onze vriend of vijand was, doemde het fietsen- en scooterdepot op. Onze HOM liep mee naar de poort, waar we onze briefjes afgaven. Na het betalen van een torenhoge boete van 20 Yuan (= 3 euro, pre-Brexit) hadden we onze fietsen terug. We bedankten en betaalden de HOM, die ons nog een escorte tot aan de grote weg gaf. Vanaf daar hoefden we nog maar anderhalf uur terug te fietsen...

De rest van het weekend hebben we maar rustig aan gedaan en telkens onze fietsen netjes in de parkeervakken gezet. Het was fijn even er tussenuit te zijn om op te laden voor de drie weken die zouden volgen, waarin Karst, Paulien en de kinderen met vakantie zouden gaan. Intussen staan we er al twee weken “alleen” voor. Veel drukte, grote groepen en lange dagen, maar ook hele leuke dingen zoals het bezoek van de Consul-Generaal van het Nederlands Consulaat in Guangzhou. We vervelen ons dus geen seconde. En als we dat wel doen, zetten we stiekem onze fietsen buiten een parkeervak...

Foto’s